Opgemept

‘Wat ben jij aan het doen?’, vraag ik als ik van alles met kamerplanten in de keuken zie gebeuren. ‘Oma heeft ook eens een plant opgemept!’ Uit de uitleg die daar op volgt, begrijp ik dat ze ‘opgeknapt’ bedoelt.

Ik besef dat woordvindingsproblemen toch een dingetje zijn bij personen met dyslexie. Ik scroll op mijn telefoon door het lijstje van gekke uitspraken.

-        Zo was er bij de opdracht om alleen van het zwembad naar huis te komen in Spanje: ‘Mama, ga je niet boos zijn? Want ik verlies soms het oog uit de tijd’.

-        De hoestijn (woestijn)

-        ‘Gaan we een pompoen uitbouwen (uithollen)?’ in de herfstvakantie

-        ‘Net nu we al ons geld getransporteerd (geïnvesteerd) hebben.’

-        ‘We knollen (knallen) ons neer!

Grappig, ja! Maar soms ook erg vervelend. Bij woordspelletjes komt het woord dat je wil  (‘die hele lange gitaar met al die snaartjes’) niet meteen en ben je steevast te laat. Een volwassene met dyslexie die ik mag begeleiden verwisselde op een vergadering de woorden ‘afleiden’ en ‘verleiden’. Of op je toets van WO heb je alle vragen goed, behalve die waarbij je de exacte namen van de Romeinse gebouwen moet noteren.

 
Vorige
Vorige

De ruimte

Volgende
Volgende

‘Shared decision making’ aan de keukentafel