‘Shared decision making’ aan de keukentafel

Begin van de kerstvakantie. We sommen op waaraan we eigenlijk nog een keertje zouden moeten / willen werken: plannen, ‘echt’ leren typen, kloklezen, Frans, lezen, spelling. ‘Zullen we twee dingen kiezen om aan te werken in de kerstvakantie?’, vraag ik.  ‘Kies jij maar, ik vind alles belangrijk’, zegt ze. ‘We kunnen niet aan alles werken. Het is vakantie.’ Ze antwoordt: ‘Doe maar Frans, dat moet echt. En de klok, want als ik later een date heb, wil ik wel op tijd zijn. En lezen.’ ‘Bedoel je dan lezen in een boekje voor het slapengaan of echte leestraining?’ wil ik weten. ‘Echt oefenen zoals we vroeger deden. Ik heb maar niveau 2e leerjaar. Het moet wel sneller. … Waarom moet je eigenlijk snel lezen? Wie zegt dat eigenlijk? Als je traag leest, heb je tijd om goed de emotie te voelen bij de tekst.’ Inderdaad, wie zegt dat eigenlijk, dat het alsmaar sneller moet? En hoe belangrijk is het wel niet om de emotie bij de tekst te voelen.

 
Vorige
Vorige

Opgemept

Volgende
Volgende

Pippi