Dyslexieonderzoek 1

Ze vraagt: ‘Mama, wanneer gaan we mijn dyslexie nog eens testen?’. ‘Jouw dyslexie nog eens testen?’, herhaal ik. ‘Ja, hoeveel jaar is dat nu al geleden?… vier ofzo?’

Er gebeurt iets in mijn hoofd (en in mijn hart) maar ik weet nog niet goed wat. ‘Denk je dat het er niet meer is?’, hoor ik mezelf zeggen. Terwijl tegenstrijdige gedachten door mijn hoofd flitsen. ‘Wat als de resultaten zo slecht zijn en daardoor haar zelfbeeld keldert?’, langs de ene kant. Mijn eigen expertise in vraag stellen aan de andere kant: ‘Misschien is het weg… bijna weg… was het er nooit… en zit ik zo diep in de dyslexiewereld dat ik het niet meer goed kan inschatten?’

‘Weg?’, zegt ze terwijl ze me vreemd aankijkt. ‘Natuurlijk niet! Ik wil gewoon weten of er iets veranderd is of dat ik misschien toch een klein beetje verbeterd ben.’

‘Oh’, zeg ik, ‘en waarom is dat voor jou zo belangrijk?’. ‘Omdat ik dan aan mijn leerkrachten kan zeggen hoe erg het is, dan houden ze er beter rekening mee’.

‘Meten is weten’ besluiten we. En we vragen aan mijn collega Eline om een paar uurtjes in haar agenda te reserveren.
Ik bedenk me hoe waardevol het is om af en toe weer eens pas op de plaats te maken, de puzzel opnieuw te leggen en samen te gaan zoeken wat er hier en nu nodig is.

 
Volgende
Volgende

Look at the inside